Jurisprudentie: Onrechtmatig huisbezoek, nader onderzoek en verboden vrucht

De Centrale Raad van Beroep oordeelt in zijn uitspraak van 19 februari 2013 dat het nader onderzoek uitsluitend een vervolg is op en onlosmakelijk verweven is met de bevindingen van het onrechtmatige huisbezoek.

Naar aanleiding van een aanvraag van appellant om bijstand is op 6 januari 2010 een huisbezoek afgelegd. In vervolg op het huisbezoek is appellant uitgenodigd voor een gesprek bij de sociale dienst. Tussen partijen staat vast dat sprake was van een onrechtmatig huisbezoek.

Het gesprek dat op 15 januari 2010 is gehouden moet worden aangemerkt als een nader onderzoek. In beginsel mag dat nader onderzoek na een onrechtmatig huisbezoek worden verricht. Zie CRvB 12 januari 2010, LJN BK8928. Dit is anders indien het bijstandverlenend orgaan in redelijkheid geen gebruik kon maken van de bevoegdheid tot het instellen van een nader onderzoek of van de daardoor verkregen onderzoeksresultaten, gelet op de wijze waarop dat in het concrete geval is gebeurd. Hetgeen appellant heeft aangevoerd, en wat er in de kern op neerkomt dat hier sprake is van “verboden vruchten” van een onrechtmatig huisbezoek, leidt tot het oordeel dat zich hier een dergelijke situatie voordoet voor zover het betreft de wijze waarop de nadere onderzoeksresultaten zijn verkregen. Het nader onderzoek dat op 15 januari 2010 in de vorm van een gesprek heeft plaatsgevonden, is uitsluitend een vervolg op en onlosmakelijk verweven met de bevindingen van het onrechtmatige huisbezoek. De vragen die de sociaal rechercheurs tijdens het gesprek aan appellant hebben gesteld hielden namelijk uitsluitend en direct verband met die bevindingen. Deze vragen konden ook niet worden gesteld zonder kennis van deze bevindingen. In wezen hield het gesprek met appellant niet meer in, zo moet uit het verslag van dat gesprek worden afgeleid, dan dat appellant werd geconfronteerd met de bevindingen van het huisbezoek met de bedoeling deze bevindingen bij appellant te verifiëren. Vergelijk de uitspraak van de Raad van 14 april 2009, LJN BI4324. Anders dan bijvoorbeeld het geval was in de situatie die is beoordeeld in de uitspraak van de Raad van 18 januari 2011, LJN BP1627, vormden hier de bevindingen van het huisbezoek de enige aanleiding voor het gesprek met appellant. Dit betekent dat het college in redelijkheid geen gebruik kon maken van de resultaten van het nadere onderzoek op 15 januari 2010. De door het college wel rechtmatig verkregen gegevens bieden voorts geen toereikende grondslag voor de conclusie dat appellant zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden.

De Centrale Raad van Beroep is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht.

Dit is een nieuwsbericht op basis van de genoemde uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Bij verschil tussen dit nieuwsbericht en de volledige uitspraak is laatstgenoemde beslissend.

Volledige uitspraak

Adresgegevens

SV Land
Röntgenlaan 13
2719 DX Zoetermeer
Routebeschrijving

Nieuwsbrief